Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet

 

Artikel 22
Het buitengewoon pensioen, bedoeld in artikel 19, bedraagt:
a
voor de weduwe, wier echtgenoot het leven heeft verloren in verband met het verzet, dan wel is overleden aan de gevolgen van verwonding, verminking, ziekten of gebreken, als bedoeld in artikel 6, alsmede voor de weduwe van de deelnemer aan het verzet, die is overleden door andere oorzaken dan hiervoor genoemd en wiens invaliditeit, waarnaar zijn buitengewoon pensioen laatstelijk was of zou zijn berekend, tenminste 60% bedroeg, 65% van de pensioengrondslag, die op grond van het bepaalde in artikel 10 voor de echtgenoot heeft of zou hebben gegolden, indien deze als deelnemer aan het verzet recht op buitengewoon pensioen had of zou hebben gehad. Indien er bij het overlijden van de deelnemer aan het verzet tevens recht of krachtens artikel 19, tweede lid, uitzicht op een of meerdere buitengewone pensioenen, als bedoeld onder c, bestaat, wordt het buitengewoon weduwenpensioen met het bedrag daarvan verminderd;
b
voor de weduwe van de deelnemer aan het verzet, die het leven heeft verloren door andere oorzaken dan verwonding, verminking, ziekten of gebreken, als bedoeld in artikel 6, en wiens invaliditeit, waarnaar zijn buitengewoon pensioen laatstelijk was of zou zijn berekend, minder dan 60% bedroeg, 65% van het buitengewoon pensioen, waarop de deelnemer aan het verzet op het tijdstip van zijn overlijden recht had of zou hebben gehad. Indien er bij het overlijden van de deelnemer aan het verzet tevens recht of krachtens artikel 19, tweede lid, uitzicht op een of meer buitengewone pensioenen, als bedoeld onder d, bestaat, wordt het buitengewoon weduwenpensioen met het bedrag daarvan verminderd;
c
voor de gewezen echtgenote van een overleden deelnemer aan het verzet, die is overleden aan de gevolgen van verwonding, verminking, ziekten of gebreken, als bedoeld in artikel 6, alsmede voor de gewezen echtgenote van een overleden deelnemer aan het verzet, die is overleden door andere oorzaken dan hiervoor genoemd en wiens invaliditeit, waarnaar zijn buitengewoon pensioen laatstelijk was of zou zijn berekend, tenminste 60% bedroeg, een bedrag, berekend volgens de formule:
, in welke formule:
p voorstelt: het aantal volle jaren, gedurende hetwelk de man in zijn leeftijdsperiode van 25 tot 65 jaar met de vrouw gehuwd is geweest, vermeerderd met het aantal volle jaren, gedurende hetwelk de man in dezelfde leeftijdsperiode vóór het sluiten van dat huwelijk zonder onderbreking ongehuwd is geweest, en
q voorstelt: de pensioengrondslag, welke voor de man op het tijdstip van zijn overlijden gold of zou hebben gegolden;
d
voor de gewezen echtgenote van een overleden deelnemer aan het verzet, die is overleden door andere oorzaken dan verwonding, verminking, ziekten of gebreken, als bedoeld in artikel 6, en wiens invaliditeit, waarnaar zijn buitengewoon pensioen laatstelijk was of zou zijn berekend, minder dan 60% bedroeg, een bedrag, berekend volgens de formule:
, in welke formule:
x voorstelt: het aantal volle jaren, gedurende hetwelk de man in zijn leeftijdsperiode van 25 tot 65 jaar met de vrouw gehuwd is geweest, vermeerderd met het aantal volle jaren, gedurende hetwelk de man in dezelfde leeftijdsperiode vóór het sluiten van dat huwelijk zonder onderbreking ongehuwd is geweest, en
y voorstelt: het buitengewoon pensioen als bedoeld in artikel 11, waarop de man op het tijdstip van zijn overlijden recht had of zou hebben gehad.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •